di 14 mei

(R)evolutie in het aansprakelijkheidsrecht

Recent werd een wetsontwerp goedgekeurd dat een verhoogde aansprakelijkheid van bestuurders, werknemers, dienstverleners, … tot gevolg kan hebben. Omdat deze wetswijziging een impact heeft op nagenoeg iedereen die deelneemt aan het economische leven, is het van belang om tijdig te beoordelen welke gevolgen deze nieuwe regels zullen hebben, en welke acties je kan ondernemen.  

Op 14 maart jl. gaven Cécile Wolfs en Kristien Dejong van Deloitte Private tijdens het seminarie '(R)evolutie in het aansprakelijkheidsrecht' een uiteenzetting omtrent de wijziging in de aansprakelijkheid van de hulppersoon vanaf 1 januari 2025. 

1. Concreet betekent deze nieuwe wetgeving dat bestuurders, werknemers, onderaannemers,… persoonlijk en rechtstreeks zullen kunnen worden aansprakelijk gesteld door derden die schade lijden als gevolg van een fout van deze personen. 

Een aantal voorbeelden van de meest opvallende gevolgen van de wetswijziging zijn als volgt:

  • Bestuurders kunnen rechtstreeks aansprakelijk worden gesteld door klanten of leveranciers voor beslissingen die ze gemaakt hebben in naam van hun vennootschap;
  • Werknemers kunnen persoonlijke aansprakelijkheid oplopen voor schade die ze hebben aangericht bij de klant van hun werkgever tijdens het uitvoeren van hun taken;
  • Opdrachtgevers kunnen rechtstreeks schadevergoedingen vorderen van een door uw onderneming aangestelde onderaannemer.

Dergelijke vorderingen zijn op dit ogenblik nagenoeg ondenkbaar. 

2. Enerzijds brengt deze wetgeving uiteraard opportuniteiten met zich mee:

  • Een eindklant kan zich voor aansprakelijkheidsvorderingen tot meer debiteuren dan voorheen;
  • Een insolvabiliteit van een contractspartij hoeft niet noodzakelijk problematisch te zijn, indien deze partij een uitvoerder had aangesteld aan wie de fout of nalatigheid eigenlijk toerekenbaar is;

Anderzijds worden veel ondernemingen nu meer en meer geconfronteerd met vragen:

    - Vragen van (key-)werknemers, die om bescherming zullen vragen tegen deze vorderingen; 
    - Vragen van onderaannemers, die een bescherming door de aannemer in toekomstige onderhandelingen zouden kunnen betrekken;
    - Vragen van bestuurders, die zich afvragen of de vennootschap bijkomende bescherming kan bieden, en of hiervoor bijkomende verzekeringen moeten worden afgesloten;
    - Vragen van eindklanten, die uiteraard liefst geen uitsluiting van deze nieuwe wetgeving zullen willen in nieuwe contracten;
    - …

3. Het is en blijft dan ook sterk aanbevolen om bestaande overeenkomsten aan een grondige analyse te onderwerpen en tijdig de nodige actie te ondernemen, om voorbereid te zijn zodra de nieuwe wet in werking treedt.

De bedoeling moet uiteraard zijn én blijven dat iedereen ook na 1 januari 2025 de beste bescherming geniet.