di 05 apr.

Limburgse werkzoekendengraad duikt voor het eerst onder Vlaams gemiddelde

Uit de nieuwste werkloosheidscijfers van april blijkt dat de werkzoekendengraad in Limburg met 5,71% niet alleen lager ligt dan ooit, maar zelfs lager dan gemiddeld in Vlaanderen (5,73%). En dat mag historisch genoemd worden ...

Uit de nieuwste werkloosheidscijfers van april blijkt dat de werkzoekendengraad in Limburg met 5,71% niet alleen lager ligt dan ooit, maar zelfs lager dan gemiddeld in Vlaanderen (5,73%). Dat mag historisch genoemd worden, want het is sinds dat deze cijfers vanuit de VDAB worden bijgehouden pas voor het eerst dat er in Limburg minder werkzoekenden zijn dan in heel Vlaanderen. Daarmee heeft de Limburgse economie alvast op dit vlak na een jarenlange achtervolgingskoers een knappe remonte gereden en aansluiting gevonden. In de rangschikking hebben West-Vlaanderen (4,73%), Vlaams-Brabant (4,85%) vandaag wel nog duidelijk een krappere arbeidsmarkt. Het verschil met Oost-Vlaanderen (5,54%) is klein. In de provincie Antwerpen ligt de werkzoekendengraad een stuk hoger: 7,07%. VKW Limburg reageert verheugd maar bevreesd tegelijkertijd.

Ter vergelijking: in januari 2015, vlak na de definitieve sluiting van Ford, was de werkzoekendengraad in Limburg nog 1,18 procentpunt hoger dan in Vlaanderen (9,91% vs. 8,73%). Nauwelijks 2,5 jaar later was dit verschil al tot een tiende procentpunt verschil weggewerkt. Maar Limburg slaagde er tot nu nooit in om onder het Vlaamse gemiddelde te duiken. In juli 2009 bedroeg het verschil nog 1,36 procent punt (10,16% vs. 8,80%). In oktober 2004 bedroeg het verschil zelfs 2,35% (11,35% vs. 9,00%). Het ging toen wel de methodologisch ietwat verschillende werkloosheidsgraad (die ligt gemiddeld iets lager ligt; breuk in de cijfers begin 2007).

VKW Limburg reageert enerzijds verheugd. Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg: “Het economische nieuws dat ons de laatste tijd bereikt is vaak meer kommer en kwel, dan hallelujah. Des te belangrijker is het om positieve punten te blijven belichten, lichtpuntjes die ondanks ‘dikke miserie’ dienen om zich aan op te trekken. Ze wissen de problemen niet uit, maar geven wel hoop om onverminderd verder te doen. Het feit dan de Limburgse werkzoekendengraad meer nog dan elders sterk is gedaald, betekent natuurlijk dat onze economie het de voorbije jaren, dankzij onze sterke bedrijven en ondernemers, erg dynamisch is geweest en ondanks de tegenslagen telkens weer de remonte heeft ingezet. Het betekent ook dat onze Limburgse economie een stuk sterker is geworden. Dat geeft nieuwe moed. Ondernemers zijn het gewend om in alle omstandigheden door te gaan. Om verder te blijven investeren in hun ondernemingen en hun mensen. Want dat is de enige manier om welvaart te garanderen en te verankeren. We zijn ondernemend Limburg daar op recht heel dankbaar voor.”

Zopas nog bleek uit Polsslag Ondernemend Limburg dat, ondanks de enorme problemen die door de aanhoudend hoge energie- en materiaalprijzen opdoemen, de aanwervingsintenties van onze bedrijven in belangrijke mate overeind blijven. Ze blijven in ieder geval investeren in goede werknemers en werkomstandigheden. En daarin ligt meteen de keerzijde van de medaille, waar VKW Limburg toch wel bevreesd voor is.

Ruben Lemmens: “De verder dalende werkzoekendengraad is immers ook een tweesnijdend zwaard. Want het betekent dat ook dat er steeds minder mensen beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, terwijl het aantal vacatures piekt. In februari lag werkaanbod in Limburg historisch hoog en maar liefst 67% hoger dan een jaar geleden. De arbeidsmarktkrapte is in Limburg de voorbije jaren steeds meer voelbaar geworden en dat kóst ons vooral ook veel economische welvaart. Limburgse bedrijven willen groeien, willen verder investeren in personeel, maar het wordt steeds moeilijker om extra werknemers voor die groei te vinden.”

De werkzoekendengraad meet het aantal werkzoekenden ten opzichte van de beroepsbevolking (18-64 jaar). Langs de ene zijde blijven er zeker inspanningen nodig om de teller van die breuk verder naar beneden te krijgen. Tenslotte blijven er toch nog altijd 23.000 Limburgse werklozen in de tabellen staan. Maar wanneer we zien dat zowat de helft van de werkzoekenden al langer dan 2 jaar werkloos is, wordt niet alleen de spoeling nog dunner, het wordt ook duidelijk dat hier toch wel iets fundamenteel schort. En dat een evenwichtige versterking van zowel het activerende beleid (begeleiding, nog meer gerichte opleiding…), maar zeker ook het restrictieve beleid (beperking van de werkloosheid in de tijd, …) meer dan ooit aan de orde is.

Ruben Lemmens: “Om de welvaart van iedereen in onze regio te vrijwaren, moeten we echter vooral ook inzetten op de noemer van die breuk, want daar ligt nog enorm veel winst te rapen voor onze arbeidsmarkt. Er moeten echt meer mensen aan de slag, ook in Vlaanderen en zeker ook in Limburg. Onze werkzaamheidsgraad is onuitlegbaar laag wanneer we dit vergelijken met bv. Nederland of Duitsland. Daarin ligt dan ook een belangrijke taak voor de VDAB, die zich niet langer vooral op werklozen dient te richten, maar op het activeren van nieuwe toetreders tot de arbeidsmarkt. Spijtig genoeg zagen we anderzijds in de recente arbeidsdeal van de federale regering erg weinig concrete acties om de werkzaamheidsgraad echt te gaan opkrikken, laat staan om zelfs maar in de buurt te komen van de zelf verklaarde doelstelling van een werkzaamheidsgraad van 80%. Daar is echt véél meer voor nodig. Het gericht ondersteunen van mensen die weer aan de slag willen gaan, het financieel verschil tussen werken en niet-werken sterk uitdiepen, het actief stimuleren van vandaag niet-actieve bevolkingsgroepen, het doorvoeren van het principe van tijdelijk karakter van uitkeringen en zeker ook het terug activeren van langdurig zieken door te kijken vanuit waar ze wel (terug) toe in staat zijn, zou alvast een enorm verschil kunnen maken.”