di 01 okt

Limburgs ondernemersvertrouwen kwakkelt voort POL oktober 2024: -5,3

Polsslag Ondernemend Limburg oktober 2024: -5,3

  • Dienstensector als enige positief gestemd
  • Inhaalbeweging productiesector terug naar af, groothandel kruipt nog niet uit dal
  • Terugval export in de voorbije kwartaal
  • Lichtpunt: positieve omzet- en tewerkstellingsprognoses
  • Laagste sentiment bij kleinste (< 5 wn) en grote (> 100 wn) bedrijven

Oproep UNIZO en VKW Limburg:
“Nu ook dringend federaal vooruit met de geit. Beloon wie werkt en risico neemt, bevrijd ons van regelzucht en zorg voor een gezonde arbeidsmarkt.”

Het Limburgs ondernemersvertrouwen blijft voortkwakkelen en slaagt er vooralsnog niet in om terug positieve cijfers neer te zetten. Dat blijkt uit de 75ste Polsslag Ondernemend Limburg (POL), de bevraging waarmee UNIZO Limburg en VKW Limburg ieder kwartaal polsen naar het aanvoelen bij de Limburgse ondernemers over de economische gang van zaken.

 


Ten opzichte van de score van -4,5 in juli blijft de POL ter plaatse trappelen met een globaal cijfer van -5,3. Het ondernemersvertrouwen in Limburg kleurt daarmee al voor het tiende opeenvolgende kwartaal rood. De negatief gestemde ondernemers behouden dus vooralsnog een lichte meerderheid. Nietttemin houden de ondernemers de moed erin: de vooruitzichten voor het laatste kwartaal van 2024 zijn met -2,8 wel wat milder dan de evaluatiescore van -7,7 voor het derde kwartaal. 

INDICATOREN

De daling in het voorbije kwartaal is in hoofdzaak toe te schrijven aan een zware terugval van het exportcijfer, naar -20,0. In het tweede kwartaal bleek de export nog de sterkste stijger te zijn. Ook de omzet kent een lichte daling, maar de overige drie POL-indicatoren - de tewerkstelling, investeringen en de winstmarge - evolueerden gunstig.

In het komend kwartaal zetten vier van de vijf indicatoren naar verwachting een stap(je) vooruit. De prognoses voor de omzet en de tewerkstelling gaan beiden naar +7,6, de verwachting op vlak van export maakt de terugval van het voorbije kwartaal deels goed door naar -6,2 te stijgen en de hoop leeft dat ook de winstmarge wat omhoog kan kruipen. De investeringen wissen de stijging van het derde kwartaal terug uit door dalende vooruitzichten. De investeringsprognose is daarmee de enige daler in het komende kwartaal.

SECTOREN

Een analyse van de POL-cijfers volgens sector leert dat de dienstensector als enige voor beide kwartalen positieve cijfers kan voorleggen. In vergelijking met juli zet de sector wel een stap terug. De inhaalbeweging die de productiesector vorig kwartaal neerzette, wordt afgeremd door een nieuwe daling. De bouwsector krabbelt weer wat recht, maar blijft een negatieve middenmoter. De groothandel slaagt er na de sterke terugval van vorig kwartaal in om wat uit het dal te klimmen, maar krijgt ondanks een positieve investeringsevaluatie de terugval nog niet volledig weggewerkt. De detailhandel is opnieuw hekkensluiter. Ten opzichte van het derde kwartaal zijn de prognoses in elke sector wat milder en gunstiger, al heerst er nergens een hoerastemming en blijven het minteken voor vier van de vijf sectoren.


GROOTTE

Gekeken naar grootteklasse, zien we bij de grote bedrijven met meer dan 100 werknemers de sterkste terugval ten opzichte van 3 maanden geleden. De grootste bedrijven (>250 wn.) evalueren het derde kwartaal het slechtste van alle grootteklassen met -25,8. Voor het komende kwartaal keert het sentiment weer naar globaal +1,8. Een gelijkaardig beeld bij de collega’s met 100 tot 249 werknemers, al is de terugval in het derde kwartaal daar iets minder uitgesproken.

Bij de KMO’s met 20-49 en met 50-99 werknemers zien we verschillende snelheden. De grotere KMO’s met 50-99 werknemers kennen in beide kwartalen positieve cijfers. Anders is het gesteld bij de KMO-groep met 20-49 werknemers: drie maanden geleden waren zij het meest optimistisch (+7,4), vandaag zien we over de 2 kwartalen een terugval naar -5,5 globaal. Ook bij de kleine bedrijven zijn er verschillen: bij de kleinste bedrijven met minder dan 5 werknemers is het sentiment uitgesproken negatief, daar waar er bij de categorieën 5-9 en 10-19 werknemers een globale verbetering van het sentiment te zien is ten opzichte van 3 maanden geleden.

 

OPROEP

Bart Lodewyckx en Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurders UNIZO en VKW Limburg:

“We zitten vandaag (1 oktober) al  114 dagen na de verkiezingen van 9 juni. Verkiezingen waarbij de kaarten zo geschud werden dat op federaal, Vlaams en Waals niveau eigenlijk snel duidelijk was welke partijen een regering met elkaar konden en dienden te vormen. Wallonië toonde ons alvast dat het snel kon gaan, Vlaanderen had er 111 dagen voor nodig, maar  op het federale niveau is het nog altijd niet gelukt om een regering op poten te zetten.

Nochtans is de boodschap van onze ondernemers al langer duidelijk: we hebben geen politiek nodig die bestaat uit uitvergrote meningsverschillen, maar uit een gedragen beleidsvisie met een toekomstperspectief en een krachtig economisch beleid. Dat is veel belangrijker dan een tot in het kleinste detail uitgewerkt akkoord.

Met negatieve POL-cijfers voor tien kwartalen op rij is het duidelijk dat onze ondernemers beter verdienen dan politiek getalm. Nu ook dringend federaal vooruit met de geit. Er is dringend actie nodig, lokale verkiezingen zijn hiervoor allerminst een excuus.

Wij geven alvast graag drie hoofdlijnen mee aan het beleid: 1. Beloon wie werkt en wie risico neemt: onze ondernemers kreunen dagelijks onder hoge loonkosten. Verlaag de sociale en fiscale lasten en versterk de concurrentiekracht van onze ondernemingen. 2. Bevrijd ons van regelzucht en wantrouwen. Zorg voor minder regels, meer rechtszekerheid en zo kort mogelijke procedures voor wie wil investeren. En 3. Zorg voor een gezonde en goed bevolkte arbeidsmarkt. Er moeten dringend meer mensen aan de slag. Dat is, samen met een sterke focus op de uitgaven, de enige manier om het gat te vullen. Dat betekent een activering van wie vandaag nog niet werkt, het beperken van werkloosheid in de tijd en een kordaat optreden door de VDAB.

Uiteraard zijn er nog veel meer pijnpunten en prioriteiten: qua arbeidsflexibiliteit, ruimte, mobiliteit, de toekomst van onze sociale zekerheid, de ontspoorde begroting, de groene en digitale transitie, … Maar eerst moeten onze politici de ernst van de situatie voor de hoofdlijnen inzien en aanpakken, om daarna als ploeg de andere lijnen in te vullen.”

 

Het volledige persbericht kan je hier downloaden.