do 16 okt.

Beperking werkloosheidsuitkering in de tijd: Limburgse ondernemers bereid om langdurig werklozen extra kansen te bieden

Bijna 2 op 3 bedrijven staan er voor open om langdurig werklozen die uitkering zullen verliezen mee aan de slag te helpen

Als een van de laatste landen in Europa zal de uitkering die werklozen ontvangen ook in België beperkt worden in de tijd, tot een maximum van 2 jaar. Daarmee wordt één van de beslissingen in het federaal regeerakkoord in de praktijk omgezet. Voor bestaande uitkeringsgerechtigden van een werkloosheidsvergoeding wordt die maatregel gefaseerd ingevoerd, afhankelijk van hoe lang ze al werkloos zijn. Gespreid over de komende twee jaar zullen in Limburg naar schatting meer dan 8.000 mensen hun uitkering verliezen wanneer ze niet de stap naar werk zetten.

Johan Schildermans, VKW Limburg: “Het effect van de maatregel moet natuurlijk zijn: zo veel mogelijk mensen terug activeren. En niet mensen doen overstappen van een werkloosheidsuitkering naar een leefloon, waar nu al te vaak in de media op wordt gefocust. Het is een kans die we moeten aangrijpen om iets te veranderen. Voor de werkzoekende uiteraard in de eerste plaats. Maar ook voor werkgevers die een ruimer arbeidspotentieel kunnen aanspreken in hun nog vaak erg moeizame zoektocht naar personeel.”

Yves Houben, UNIZO Limburg: “Dat activeren zal in samenwerking tussen verschillende partners moeten gebeuren: VDAB, lokale besturen en sociale partners. Activering, extra scholing en korte gerichte opleidingen, begeleiding van werkzoekenden, maar ook van werkgevers die extra personeel kunnen gebruiken. Want ook zij hebben een belangrijke rol te spelen in de overgang van uitkering naar werk.”

In dat kader vroegen VKW en UNIZO Limburg aan hun leden in welke mate ze bereid zijn – en binnen hun onderneming ook mogelijkheden zien – om extra jobkansen te creëren voor langdurig werklozen die vanaf 2026 hun uitkering dreigen te verliezen door de beperking in de tijd van de werkloosheidsuitkering. De stelling die werd voorgelegd luidde: ‘Met de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd vanaf 2026 in het vooruitzicht, ben ik graag bereid langdurig werkzoekenden extra kansen te geven binnen mijn onderneming.’


Uit de resultaten blijkt alvast dat veel Limburgse bedrijven hun steentje willen bijdragen en klaar staan om ook langdurig werklozen in aanmerking te laten komen en kansen te bieden wanneer zich vacatures aandienen. Ruim 62% van de Limburgse bedrijven is akkoord met de stelling, waarvan 7% zelfs zo enthousiast is om ze met ‘helemaal akkoord’ te onderschrijven. Een hoge bereidheid, aangezien uit cijfers van VDAB blijkt dat meer dan de helft van de werkzoekenden een lange afstand heeft tot de arbeidsmarkt.

Bij de productiebedrijven, in de dienstensector en in de detailhandel loopt de bereidheid tot extra inspanningen van werkgeverskant zelfs op tot bijna 7 op 10 bedrijven. De grootste bereidheid is te vinden bij de grootste bedrijven met meer dan 250 werknemers, waar die zelfs 82% bedraagt. (Zie bijlage voor de details per sector en volgens grootteklasse). In de bouw en de groothandel is de terughoudendheid iets groter, maar is nog steeds meer dan de helft van de bedrijven bereid om langdurig werkzoekenden extra aandacht te geven. 

Hoewel dus een ruime meerderheid van de ondernemers zich bereid noemt om langdurig werkzoekenden extra kansen te bieden, zijn er zeker ook bezorgheden. Ook bedrijven die graag willen openstaan voor deze doelgroep, hebben vragen bij zaken als de concrete opleidingsnoden, in welke mate ‘on the job’ training kan ingepast worden in het werk, omtrent inzetbaarheid of over hoe een vlotte integratie in het team in de praktijk zal verlopen. Ook voor bestaande werknemers stelt de integratie van collega’s die langere tijd uit het arbeidscircuit zijn geweest immers de nodige uitdagingen. 

Dergelijke bezorgheden spelen ongetwijfeld ook mee bij de 32% bedrijven die zich minder enthousiast tonen (‘eerder niet akkoord’) of in hun bedrijf helemaal geen concrete kansen zien (6%) om werkzoekenden die al langer aan de kant staan aan de slag te helpen en te activeren. Uiteraard kan men ook niet verwachten dat de profielen waarover het hier gaat in élke onderneming terechtkunnen. Bv. in een ingenieursbureau wordt dat toch moeilijk of heel beperkt. Niet onlogisch dus dat ook een heel aantal bedrijven hier maar (heel) beperkte of geen ruimte voor zien als er niet (direct) een match is qua competenties en scholing.

We informeerden ook bij VDAB Limburg wat zij aan acties plannen én wat werkgevers concreet kunnen doen om hun vacatures ingevuld te krijgen:

Joris Philips, directeur van VDAB Limburg: “We informeren vanuit VDAB werkzoekenden proactief en gaan na hoe we hen zo snel en vlot mogelijk aan een job kunnen helpen. We organiseren extra jobbeurzen en zetten maximaal in op kortere en modulaire opleidingen. Via een oriëntatie- en sectorbad kunnen werkzoekenden kort proeven van bepaalde beroepen en zo richting geven aan hun loopbaan. Durf als werkgever nieuwe doelgroepen aan te trekken en benut zeker het volledige arbeidspotentieel dat er is. Ontdek het talent van jongeren zonder diploma of ervaring, anderstaligen, 55-plussers, …. In een arbeidsmarkt waar flexibiliteit toeneemt, is dit hét moment om muren niet hoger te maken, maar deuren open te zetten. Laat werkzoekenden snuffelen aan wat je bedrijf doet: nodig hen uit voor korte meeloopdagen, bedrijfsbezoeken, beroepsverkennende stages of kennismakingstrajecten. Zo verlaag je de drempel en het geeft beide partijen inzicht. Zorg voor korte, eenvoudige aanwervingsprocedures en zet in op werkplekleren, zoals IBO, en coaching ‘on the job’ zodat mensen hun competenties op de werkvloer gericht bijschaven.”

Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder van VKW Limburg en Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder UNIZO Limburg besluiten:

“Limburgse ondernemers tonen zich bereid om hun steentje bij te dragen en langdurig werkzoekenden nieuwe kansen te bieden in hun bedrijven, nu de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd stap voor stap wordt ingevoerd. Tegelijk zien we ook knelpunten die actie vragen. Ondernemers die de deur willen openzetten, hebben nood aan gerichte ondersteuning en begeleiding op de werkvloer. Daarom is het belangrijk dat er duidelijk en breed wordt gecommuniceerd over de beschikbare begeleidings- en steunmaatregelen, over de voordelen en goede voorbeelden waaruit kan worden geleerd. Dat helpt om de bereidheid verder te versterken. Daarnaast moeten we ook luisteren naar de bezorgdheden van bedrijven die vandaag nog terughoudend zijn, en nagaan hoe eventuele drempels kunnen worden weggenomen.”