do 30 okt.

12 de Limburgs arbeidsmarktrapport De Limburgse arbeidsmarkt – eind 2025

In oktober stelden VKW Limburg en UNIZO Limburg het 12de Limburgs Arbeidsmarktrapport voor. Wat is de situatie op de Limburgse arbeidsmarkt, eind 2025? We bundelen voor jou de belangrijkste conclusies.

Jobgroei

De jobgroei in Limburgse bedrijven vertraagde verder in de voorbije 12 maanden. 

Vooral de industriële tewerkstelling kreeg een harde klap met een jobgroeisaldo voor productiebedrijven van -26%. Dat is een vijfde forse daling op rij. Een heel ander beeld zien we in de diensten en groothandel met voor het eerst in respectievelijk 3 en 4 jaar een stijgend jobgroeisaldo.

Kloof tussen grote bedrijven en positievere kmo’s

Ondanks de nagenoeg laagste verwachtingen in 10 jaar, tonen meer bedrijven zich positiever over de vraag naar extra arbeidskrachten voor de komende 12 maanden.

De duidelijke kloof houdt aan tussen de grote bedrijven met een negatief jobgroeisaldo en de kmo’s tot 50 werknemers, die wel blijven groeien in personeel.

Economische werkloosheid

1 op 5 bedrijven geeft aan tijdelijke werkloosheid om economische redenen toe te passen. Over 6 maanden verwacht 27% van de bedrijven met economische werkloosheid te worden geconfronteerd.

Lichte daling arbeidsmarktkrapte

De arbeidsmarktkrapte daalt voor het tweede jaar op rij licht, maar nog altijd heeft 68% - ruim 2 op 3 bedrijven – moeite om vacatures ingevuld te krijgen.

Arbeidsmarktkrapte zet rem op groei

De aanhoudende arbeidsmarktkrapte remt de groei van ruim de helft van alle Limburgse bedrijven. Bijna 2 op 3 bedrijven hebben vacatures openstaan voor gemiddeld 3,3 jobs. Te weinig kandidaten is niet de enige drempel. 63% van de bedrijven geeft aan dat de competenties van kandidaten niet matchen of onvoldoende zijn voor de openstaande jobs. Ook een tekort aan motivatie en onrealistische looneisen vormen een struikelblok. Vijf op tien bedrijfsleiders denken dat de economische malaise kansen biedt om nieuw talent aan te trekken.

Het drastisch verhogen van het verschil tussen werken en niet-werken blijft volgens de Limburgse ondernemer hét essentiële puzzelstuk voor een beter werkende arbeidsmarkt.

In een reactie op het 12de Limburgs Arbeidsmarktrapport stellen Ruben Lemmens, gedelegeerd bestuurder VKW Limburg en Bart Lodewyckx, gedelegeerd bestuurder UNIZO Limburg

“De motor van onze Limburgse arbeidsmarkt sputtert. De voorbije twaalf maanden vertraagde de jobgroei verder en zakte het jobgroeisaldo tot het laagste niveau in tien jaar. Vooral de industriële tewerkstelling kreeg zware klappen met een vijfde daling op rij. Toch waren er nog altijd iets meer bedrijven die bijkomende jobs creëerden dan bedrijven met minder medewerkers. Maar alleen bij de dienstenbedrijven en in de groothandel wisten - voor het eerst in jaren - weer meer bedrijven in personeel te groeien. Vooral onze kmo’s blijken momenteel de sterkhouders op onze arbeidsmarkt.”

Opvallende weerbaarheid

“Het is opvallend hoe weerbaar onze Limburgse ondernemers blijven: ondanks een broze conjunctuur en lage verwachtingen tonen ze opnieuw vertrouwen in bijkomende aanwervingen voor het komende jaar. Hun inzet en geloof in groei verdienen beleidsmatig meer ondersteuning, want zonder ondernemerschap geen werkgelegenheid.”

Structurele problemen blijven hardnekkig

“Dat optimisme mag niet verhullen dat structurele problemen hardnekkig blijven. Zelfs als bedrijven geen personeelsgroei verwachten, staat dat immers niet gelijk aan geen vacatures hebben. Het vinden van nieuwe medewerkers of vervangen, blijft een groot knelpunt. Twee op drie bedrijven kampen nog altijd met moeilijk ingevulde vacatures, en bij meer dan de helft van onze bedrijven blijft arbeidsmarktkrapte de groei afremmen.”

Werken moet meer beloond worden

“Als we een écht werkende arbeidsmarkt willen, moeten we het verschil tussen werken en niet-werken eindelijk drastisch vergroten. Werken moet meer beloond worden. Anders blijft de beoogde werkzaamheidsgraad van 80% een verre droom. Het is hoog tijd dat het beleid daar duidelijke keuzes in maakt. Dat betekent: lagere werknemersbijdragen zodat medewerkers netto meer overhouden en een structurele verlaging van de werkgeversbijdragen om onze loonkostenhandicap te verkleinen.”

Eén hervorming volstaat niet

“De hervorming die de werkloosheidsuitkering in de tijd beperkt, is een stap in de goede richting, maar één hervorming volstaat niet. Limburgse ondernemers staan alvast klaar om hun deel te doen: meer dan 6 op 10 willen langdurig werklozen nieuwe kansen geven. Nu is het aan de overheid om dat engagement te ondersteunen met een coherent en activerend beleid. Maar ook een hervorming van de automatische indexering, lagere ontslagkosten en minder administratieve lasten zijn noodzakelijk om het tij structureel te keren.”